Interview Stadskrant Kortrijk

9 oktober 2015

2015

Wanneer liep u stage in Suriname?

Ik nam het vliegtuig richting Suriname op 28 februari 2015. Op 21 juli 2015 landde ik terug op Belgische bodem. In tussentijd liep ik een vijftal maanden stage in hartje Paramaribo, de hoofdstad van Suriname.

Hebt u zelf dat land gekozen, of was dat een keuze van het postgraduaat Internationale Samenwerking?

In het begin van het schooljaar krijg je vanuit de opleiding een lijst van stageplaatsen in het buitenland aangereikt. Deze lijst omvat tal van initiatieven, op een reeks van continenten en biedt een gediversifieerd aanbod aan gezochte profielen. Omdat de opleiding alreeds goede contacten heeft opgebouwd met deze stageplaatsen wordt de kwaliteit van je stage gegarandeerd en bovendien weet je dat ze bereid zijn studenten te ontvangen.
Toch is het kiezen van een stageplaats uit deze lijst absoluut geen verplichting.

In de opleiding wordt toch verondersteld jezelf een plaatsje te zoeken binnen een initiatief waar je je reeds opgebouwde kennis en/of expertise kwijt kan. Ik ben van opleiding ‘leerkracht lager onderwijs’ maar was van zin me verder te ontplooien in iets waar ik in het dagelijkse leven door geboeid ben. Zo wou ik me eerder begeven in de milieusector en keek wat daarin de mogelijkheden waren. Omdat mijn keuze redelijk specifiek was, door het koppelen van mijn gevolgde opleiding aan mijn persoonlijk interessegebied, begon mijn individuele zoektocht naar de geschikte stageplaats in het buitenland. Via het internet en enkele omwegen botste ik op Stichting SUWAMA met haar project ‘De Groene School’.
Samen met mijn stagecoördinator van de Hogeschool Vives gingen we na of er binnen deze Stichting voldoende garanties waren voor kwaliteitsvolle stage-opdrachten, begeleiding en evaluatie.  Niet veel later was ik klaar om te vertrekken!

Wat heeft u tijdens uw stage vooral gedaan?

Binnen Stichting SUWAMA (Suriname Waste Management) werkte ik als ‘environmental officer’ hoofdzakelijk mee aan hun landelijk project ‘De Groene School’.  Door het geven van de juiste voorlichting wil het project zoveel als mogelijk het milieubewustzijn bij de Surinaamse leerlingen aanwakkeren en verder stimuleren, zodat zij op een duurzame en verantwoorde manier omgaan met de aanwezige fauna en flora (biodiversiteit), afval, water en energie. Zo hielp ik mee in hun opzet om een schoner en milieubewuster Suriname te creëren.
Mijn hooftaak in het project was het kritisch herwerken van het reeds bestaand trainingsmateriaal van de ‘Groene School’ voor leerlingen en leerkrachten van de 3de graad lager onderwijs. En daar kwam veel meer bij kijken dan ik eerst had gedacht.  

Het project was al enkele jaren aan de gang en in de periode dat ik er was, gingen we scholen trainen in het diepe binnenland van Suriname waar de situatie alweer niet dezelfde is als die van de hoofdstad en omringende districten. Om een voorbeeld te geven: Het schooltje O.S Bigiston lag volledig geïsoleerd van de drukte van het stadje ‘Albina’ en je kon er enkel met de boot heen. Het water komt er niet uit de kraan maar uit de regenton en de rivier. Voor enkele uren elektriciteit per dag werd de gemeenschap aangewezen op een kleine gezamenlijke generator en het afval werd niet opgehaald per boot zodat alle vuil er noodgedwongen werd verbrand of gedumpt.

Met de kennis en ervaringen opgedaan in België ging ik niet veel verder geraken. Ik moest me dus allereerst gaan verdiepen in wat leeft, heerst en speelt in Suriname en creatief kunnen inspelen op de afwisselende barrières en pijnpunten die zich per gemeenschap kenbaar maakten. Met veel passie en voldoening begon ik aan wat moest gebeuren.

Zoals ik al zei, kwam er veel meer bij kijken dan enkel het ontwikkelen van lesmateriaal. Wilden we écht resultaatsgericht werken, dan moesten we verder kijken dan ons neus lang was. Omdat vele gemeenschappen in het binnenland zich bijvoorbeeld nog steeds niet op efficiënte wijze konden ontdoen van hun afval, moesten we ons daar eerder gaan focussen op ‘afvalreductie’ in plaats van ‘recyclage’. Suriname is wonderschoon maar al te vaak ontsieren vooral PET-flessen het straatbeeld. Zodus maakten we afspraken met alle betrokken partijen om na te gaan of we het niet geregeld kregen op deze scholen water te leveren in hervulbare watergalonnen in plaats van losse PET-flessen. Zo kreeg ook elke leerling een hervulbare drankbeker.

Kortom, het lesmateriaal en alles wat daarbij kwam kijken, werd zo goed als mogelijk aangepast aan elke mogelijke situatie in Suriname. Wat ons team nog dat tikkeltje extra voldoening gaf, was dat al het aangemaakte materiaal, met goedkeuring van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, momenteel wordt opgenomen in het huidig natuuronderwijscurriculum van Suriname.
Dit was natuurlijk de kers op de taart en ik ging alvast met een goed gevoel terug naar België!

Wat heeft u ervan opgestoken?

Ik had nog nooit eerder op een kantoor of in een cultuur anders dan de gekende gewerkt. De beginnersfout om dan binnen je eigen cultureel/theoretisch kader te gaan werken, heb ik daar ondervonden en ook snel afgeleerd. Je leert er los laten van verankerde aanpakken en creatief aan de slag te gaan met wat zich aanbiedt binnen welke context dan ook, want iets wat in België zijn vruchten afwerpt, doet dit niet perse in Suriname of gelijk welk ander land.
Dat wat ik persoonlijk geleerd en toegepast heb, ook succeservaringen boekt, maakt dat ik persoonlijk én professioneel werd aangesterkt.

In Suriname heb ik gevoeld hoe belangrijk het is een goed werkend bestuur te hebben, hoe moeilijk het is maar ook welke kansen het jonge ondernemers biedt hun land stap voor stap te gaan uitbouwen maar waar ook corruptie en wantrouwen zijn sluipgangetjes vindt. Door er te werken en te leven, merk je waar de barrières en politieke prioriteiten zich bevinden en leer je binnen de gegeven context te begrijpen waarom de dingen lopen zoals ze lopen. In die chaos leer je dan weer te relativeren en vertrouwen te hebben in dat wat nog niet is, goed zal komen want Suriname is volop in ontwikkeling!

Waarom volgde u deze opleiding? Welk beroep zou u graag uitoefenen?

Ik koos de opleiding omwille van meerdere redenen. Ten eerste had ik de nood om mezelf te gaan verrijken en verder ontplooien in een richting die me persoonlijk boeit. Ik had niet langer meer de intentie om de rol als ‘klastitularis’ op mij te nemen en zat vast. Wel schreef ik tijdens mijn opleiding ‘lager onderwijs’ een eindwerk over ‘Educatie voor Duurzame Ontwikkeling’ waarbij mijn interesse voor mondiale vraagstukken sterk werd aangewakkerd en de uitdaging mij zeker iets leek.
Ten tweede ben ik gepassioneerd door reizen en culturele uitwisseling. Het internationale karakter van de opleiding was ook zeker iets wat me over de streep haalde. Tenslotte paste deze éénjarige opleiding mooi in mijn vooropgesteld sabbatjaar en kon het tevens mijn loopbaanperspectief verder versterken, verdiepen en/of verruimen.

Als ik mezelf een job voor ogen zag bij het starten van deze opleiding, dan stond een job of project binnen de milieusector, natuur-en milieueducatie en/of ontwikkelingseducatie bovenaan de lijst.

Hoe belangrijk vindt u zo’n stage in een ontwikkelingsland binnen een opleiding?

De discussie gaat de ronde of je over Suriname nog kan spreken als een ontwikkelingsland.
Toch, de opleiding verruimt je blik op de wereld en voor mij is dit onlosmakelijk verbonden met het feit dat je uit je comfortzone moet stappen.  En als je dan naar een land gaat waar de dingen niet lopen zoals wij ze als ‘vanzelfsprekend’ aannemen, dan wordt dit alles écht boeiend. Je combineert er theoretische inzichten met praktijkervaring en leert er bovendien, door maandenlange onderdompeling in een andere cultuur, jezelf en je eigen cultuur beter kennen. Dit alles is nodig voor de kritische blik dat de opleiding vooropstelt.
 

Stadskrant:
http://issuu.com/communicatie_kortrijk/docs/2015-10-stadskrant-issuu/1

Foto’s

2 Reacties

  1. Amanda:
    5 januari 2016
    Hi Sophie, interessante blog heb je bijgehouden. Ik zou graag met je in contact willen komen om wat dieper op je bevinden in te gaan. Ik ben namelijk ook bezig met de afvalproblematiek in Suriname. Heb je een mailadres waarop ik je kan benaderen?
  2. Sophie lagae:
    7 januari 2016
    Dank je wel, Amanda
    Dat kan via [email protected]